Kind En Beweging

  • Welkom
  • Visie
  • Aanbod
  • Therapeuten
  • Voor wie
  • Contact
  • Links

De reden van verwijzing is heel divers.
Onderstaande indi caties zijn een voorbeeld van mogelijke verwijzingen, zonder compleet te
zijn.

Baby’s met voorkeurshouding of asymmetrie

Als pasgeboren baby’s op de rug gelegd worden, hebben ze nog niet voldoende kracht om het hoofd in de middenpositie te houden. Je ziet dat het hoofdje naar links of rechts draait, wat invloed heeft op het hele lichaam. Dit is normaal in de ontwikkeling van de baby. 

We spreken van een asymmetrische ontwikkeling als het kind te vaak of te lang in dezelfde positie blijft en weinig variatie toont in bewegingen van de andere kant. Het kindje heeft een duidelijke voorkeurshouding. Hierdoor kan het hoofdje van de baby een afplatting vertonen (plagiocephalie) en kijkt het kindje altijd naar dezelfde kant. 

Houdings- en bewegingsadvies zijn vaak een belangrijk onderdeel van de therapie van de baby. Daarnaast is een afwachtend beleid en laag frequente opvolging vaak genoeg voor een lichte asymmetrie. Wanneer het hoofdje afgeplat is, zijn behandelingen door de therapeut en instructies naar de ouders toe aangewezen. Als de oorzaak wel duidelijk is, kan deze aangepakt worden. Soms is een intensievere behandeling nodig waarbij de beweeglijkheid van de niet-voorkeurszijde geoptimaliseerd wordt, de rondheid van het hoofd wordt bevorderd door middel van positionering en het geven van instructies en advies naar ouders toe rond draag- en verzorgingstechnieken, het positioneren van je baby en het op de juiste manier stimuleren. 

Soms is een doorverwijzing nodig naar een medisch specialist bij vermoeden van een neurologische of orthopedische afwijking of bij een heel ernstige afplatting.

Baby’s met een motorische ontwikkelingsvertraging

Het komt voor dat tijdens een controle bij de kinderarts of op het consultatiebureau van Kind en Gezin een vertraging in de motorische ontwikkeling van een zuigeling of peuter wordt opgemerkt. Wanneer deze achterstand bij een vervolgcontrole aanhoudt, kan het advies zijn om je kind door ons te laten beoordelen. We evalueren de motorische ontwikkeling van je kind grondig en, indien nodig,  bieden we gerichte stimulatie om de ontwikkeling te ondersteunen.

Je kunt ook altijd rechtstreeks contact met ons opnemen indien u twijfels heeft over de motorische ontwikkeling van je kind voor een evaluatie en advies op maat.

Kinderen met CP (cerebrale parese)

Cerebrale parese beïnvloedt lichaamsbewegingen, spiercontrole, spiercoördinatie, spierspanning, reflexen, houding en evenwicht. Het kan ook van invloed zijn op de fijne motoriek, grove motoriek en mondmotoriek.

Bij kinderen met CP kan de aandoening in meer of in mindere mate uitgebreid zijn. Bij sommige kinderen is het hele lichaam getroffen (quadriparese), bij andere kinderen enkel de beentjes (diparese), of enkel één zijde van het lichaam (hemiparese). Ook de ernst van aantasting kan variëren van zeer mild, matig tot ernstig.Elk kind is uniek en elk kind met CP is dan ook anders.
De diagnose wordt gesteld door een klinisch onderzoek, vaak samen met bijkomende beeldvorming (NMR,echo,….).                                                                                                                                                                                                                              
Soms kan de diagnose met grote zekerheid zeer vroeg gesteld worden. Ook kan het zijn dat een baby voorbijgaande tekenen van pathologie vertoont. In dat geval zal gedurende de volgende levensmaanden de diagnose bevestigd of ontkracht worden.

Kinderen met houterige motoriek of DCD

DCD staat voor Developmental Coordination Disorder, de wetenschappelijke term voor een coördinatie-ontwikkelingsstoornis. Het is een aangeboren aandoening. 

De bewegingen van kinderen met DCD kunnen stuntelig ogen. Ze struikelen of botsen vaker en lijken wat onhandig. De aandoening heeft niet enkel een effect op bewegingen. Kinderen moeten vaak veel inspanningen leveren om nieuwe taken te leren. Motorische handelingen automatiseren verloopt moeizaam, en dan vooral bij activiteiten die coördinatie vereisen. Denk aan leren fietsen, veters knopen of schrijven.

Kinderen met orthopedische afwijkingen

Met orthopedische aandoeningen bedoelt men problemen aan spier-, pees- en/of botstructuren. Sommige problemen zijn  direct vanaf de geboorte zichtbaar, zoals bepaalde standafwijkingen van de voetjes waaronder bijvoorbeeld klompvoetjes. Andere problemen worden pas opgemerkt later in de ontwikkeling. Het spectrum van aandoeningen dat wordt gezien is zeer breed en omvat onder andere: infecties en reumatische gewrichtsaandoeningen, aangeboren afwijkingen ( klompvoet, heupdysplasie…), fracturen, tumoren, gewrichtsstoornissen, groeistoornissen (dwerggroei, beenlengteverschil, X-benen, O- benen, scoliose).

Kinderen met pre- en/of dysmaturiteit

Te vroeg geboren kinderen (prematuur) of kinderen met een te laag geboortegewicht (dysmatuur) hebben soms een tragere motorische ontwikkeling. Soms hebben prematuur of dysmatuur geboren kinderen een hersenbeschadiging. Dit kan invloed hebben op hun latere ontwikkeling.

Sommige kinderen hebben een extra duwtje nodig om zich te leren organiseren, andere kinderen hebben meer intensieve therapie nodig.

De therapeutische interventie zal in het begin vooral gericht zijn op het geven van hantering- en positioneringadviezen. Wanneer de problemen voortduren, wordt de therapie aangepast aan de specifieke noden van het kind afhankelijk van de problematiek.

Peuters met motorische ontwikkelingsvarianten

Een motorische ontwikkelingsvariant betekent dat een baby of jong kind zich op het vlak van de motorische ontwikkeling anders ontwikkelt dan de leeftijdsgenoten. Het betekent niet noodzakelijk dat er sprake is van een aandoening of stoornis, maar dat het kind gewoon in een ander tempo of op een andere manier groeit en leert. Een extra ‘steuntje’ kan dan nodig zijn om frustraties bij het kind te beperken (zoals een billenschuiver of kinderen die moeilijk houdingsovergangen maken).

Kinderen met een plexusletsel

Een plexus brachialis letsel is een beschadiging van het netwerk van zenuwen dat de arm en hand aanstuurt. Dit zenuwnetwerk, de plexus brachialis, is verantwoordelijk voor de beweging en gevoel in de bovenste ledematen. Wanneer er schade optreedt aan deze zenuwen, kan dit leiden tot problemen zoals krachtverlies of weinig tot geen beweging van de arm. 

De ernst van het letsel kan variëren van tijdelijke zenuwproblemen, zoals een verzwakte arm, tot ernstigere gevallen waarbij de zenuwen volledig beschadigd zijn. Het herstel kan afhangen van de aard en de mate van de schade. In veel gevallen kan kinesitherapie helpen om de functie van de arm te verbeteren, maar bij ernstige letsels kan een chirurgische ingreep nodig zijn.

Een vroegtijdige diagnose en behandeling zijn essentieel.

Voor iedereen met vragen over motorische ontwikkeling

Ook artsen, ouders en andere diensten kunnen bij ons terecht voor advies over de motorische ontwikkeling van kinderen.

Kind En Beweging