WIE kan terecht bij de groepspraktijk 'Kind en Beweging'?

De reden van verwijzing voor kinesitherapie bij kinderen is heel divers.
Onderstaande indicaties zijn een voorbeeld van mogelijke verwijzingen, zonder compleet te zijn.

matjes voor puntjes pediatrie voor wie

Baby’s met een asymmetrische hoofdontwikkeling

Eigenlijk is iedere pasgeborene asymmetrisch. Zeker als de zuigeling op de rug gelegd wordt, zie je dat hij/zij het hoofd nog niet in de middenpositie kan houden en het hoofd naar links of naar rechts draait. Deze hoofdpositie heeft invloed op de rest van het lichaam. Aan de aangezichtszijde van de zuigeling zien we vaak een bolling van de wervelkolom en een lichte scheefstand van het bekken. We spreken van een asymmetrische zuigeling als het kind te vaak, te veel of te lang  in een en dezelfde positie verblijft en te weinig variatie vertoont in bewegen richting de andere zijde.  In de volksmond wordt dit ook wel 'plathoofd' of' scheefhals' genoemd.  Ouders melden zich aan wanneer hun kind een duidelijke voorkeurshouding naar één zijde toont, een afplatting van het hoofdje (plagiocephalie) vertoont of bijna steeds naar dezelfde kant kijkt.

Belangrijk om te onderzoeken: is er sprake van een ideopathische (zonder onderliggende oorzaak) asymmetrie of van een symptomatische (er ligt een duidelijke oorzaak aan ten grondslag) asymmetrie.
Door langdurig in dezelfde asymmetrische houding te blijven kan een afplatting van het hoofdje ontstaan.  Naast het zoeken naar de oorzaak van de asymmetrie is het belangrijk om vroeg houdings -en bewegingsadvies te geven aan de ouders. Samen met de ouders en doorverwijzende arts wordt daarna bepaald welk soort interventie plaats vindt. Dit kan zijn afwachtend beleid met controle bij hele lichte problematiek. (ideopathisch) . We geven behandeling en instructie met een lage frequentie vooral bij voorkeurshoudingen met of zonder plagiocephalie.
Soms is er intensieve behandeling met instructie bij musculaire torticollis ( scheefhals) De behandeling is erop gericht om de beweeglijkheid aan de niet voorkeurszijde te optimaliseren. Door middel van veilige positioneringadviezen op de uitgebolde kant van het hoofd trachten we de rondheid van het babyhoofd te bevorderen. Bij de wat oudere baby’s vanaf 2 maanden wordt vooral gebruik gemaakt van het uitlokken van bewegingen door visueel volgen. Uit de behandeling worden adviezen geformuleerd die de ouders kunnen inpassen in het dagelijks omgaan met hun baby, waaronder draag-, verzorgings- en positioneringadviezen. Deze worden geïnstrueerd en geëvalueerd.
Soms is er doorverwijzing nodig bijv. bij ernstige plagiocephalie naar de helmpoli of bij vermoeden van andere neurologische of orthopedische afwijking naar een medisch specialist.

baby asymmetrie scheef plat
baby asymmetrie scheef plat
baby asymmetrie scheef plat

Baby’s met een motorische ontwikkelingsvertraging

Het gebeurt regelmatig dat bij de controle bij de kinderarts of op het consultatie bureau van Kind en Gezin geconstateerd wordt dat een zuigeling of peuter achterstand vertoont in zijn of haar motorische ontwikkeling. Als bij een her-evaluatie deze achterstand in motorische ontwikkeling blijft bestaan, wordt uw kind vaak verwezen naar de kinesitherapeut voor kinderen met de vraag om het kind motorisch te beoordelen en indien nodig het kind te stimuleren. U kunt bij twijfel aan de motorische ontwikkeling van uw kind ook rechtstreeks naar de groepspraktijk 'Kind en Beweging' komen voor een evaluatie.

kinesitherapie kinderen stimuleren motorische ontwikkeling achterstand

Kinderen met CP (cerebrale parese)

 

We gebruiken de term CP om hersenletsels te beschrijven die in de perinatale periode (einde zwangerschap, bij bevalling, tijdens eerste levensjaar) ontstaan zijn en die afwijkingen in de organisatie van houding en beweging kunnen veroorzaken. De oorzaken van het hersenletsel kunnen divers zijn: bv. infectie van de moeder tijdens de zwangerschap, infectie van het kindje, een probleem bij de geboorte, een genetisch probleem, een hersenbloeding…. De oorzaak is dus helemaal niet op het niveau van spieren en gewrichten te vinden, ook al is het hersenletsel vooral zichtbaar in een ‘andere’ houding en ‘andere’ bewegingen.

Wat zijn kenmerken van CP?
Elk kind is uniek en elk kind met CP is dan ook anders.
De diagnose wordt gesteld door een klinisch neuromotoor onderzoek, vaak samen met bijkomende beeldvorming (NMR, echo,....)
Het is een grondige observatie van de motoriek die in eerste instantie de diagnose mogelijke maakt. Er wordt gekeken naar de kwaliteit van de bewegingspatronen van  de baby. Het optreden van te stijve of overdreven bewegingen in sommige lichaamsdelen kan een teken zijn.  Er wordt ook gekeken of er een asymmetrische ontwikkeling aanwezig is waar bv. slechts één kant van het lichaam gebruikt wordt. Ook de spiertonus wordt grondig geëvalueerd. Die kan te hoog, te laag of sterk wisselend zijn.                                                                                                                                                                                                                                                                                                                   
Soms kan de diagnose met grote zekerheid zeer vroeg gesteld worden. Ook kan het zijn dat een baby voorbijgaande tekenen van pathologie vertoont. In dat geval zal gedurende de volgende levensmaanden de diagnose bevestigd of ontkracht worden.
Bij kinderen met CP kan de aandoening in meer of in mindere mate uitgebreid zijn. Bij sommige kinderen is het hele lichaam getroffen (quadriparese), bij andere kinderen enkel de beentjes (diparese), of enkel één zijde van het lichaam (hemiparese). Ook de ernst van aantasting kan variëren van zeer mild, matig tot ernstig.

 

baby motorische ontwikkeling stimulatie therapie
baby motorische ontwikkeling stimulatie therapie
baby motorische ontwikkeling stimulatie therapie

Kinderen met houterige motoriek of DCD

DCD betekent developmental coördination disorder. In de volksmond zijn dit kinderen met een houterige of onhandige motoriek. Vroeger werd dit ook als dyspraxie omschreven.
Kinderen met DCD zijn vaak onhandig en bvb. weinig vaardig in de turnles. Ze leren bvb nieuwe motorische vaardigheden als fietsen of zwemmen niet vlot aan, of struikelen en vallen vaak. Veel kinderen hebben ook moeite met de schrijfmotoriek.

Schrijf oefeningen pediatrie, kinesitherapie

Kinderen met orthopedische afwijkingen:

Met orthopedische aandoeningen bedoelt men problemen aan spier-, pees- en/of botstructuren. Sommige problemen zijn  direct vanaf de geboorte zichtbaar, bijvoorbeeld bepaalde standafwijkingen van de voetjes, denk aan klompvoetjes. Andere problemen worden pas opgemerkt later in de ontwikkeling. Kinderkinesitherapie bij orthopedische aandoeningen  houdt zich bezig met de behandeling van aandoeningen aan spier-, pees en/of botstructuren, die voorkomen bij kinderen vanaf de geboorte tot in de adolescentie. Het spectrum van aandoeningen dat wordt gezien is zeer breed en omvat onder andere: infecties en reumatische gewrichtsaandoeningen, aangeboren afwijkingen ( klompvoet, heupdysplasie...), fracturen, tumoren, gewrichtsstoornissen, groeistoornissen (dwerggroei, beenlengteverschil, X-benen, O- benen, scoliose)

Loop oefeningen, orthopedie

Kinderen met pre- en/of dysmaturiteit

Te vroeg geboren kinderen (prematuur) of kinderen met een te laag geboortegewicht (dysmatuur) hebben soms een tragere motorische ontwikkeling en een verhoogde kans op een achterstand in hun ontwikkeling. Veel van deze kinderen halen op eigen kracht deze achterstand wel vaak in tussen het 1e en 2e levensjaar, sommige kinderen hebben daar enige hulp bij nodig. Enkele van de prematuur of dysmatuur geboren kinderen hebben een hersenbeschadiging opgelopen. Bij hen houdt men er rekening mee dat zij mogelijk problemen met betrekking tot hun ontwikkeling kunnen ontwikkelen, op baby-, peuter-, of kinderleeftijd.

De therapeutische interventie zal vooral gericht zijn op het geven van hantering- en positioneringadviezen. Van de kindertherapeut krijgen ouders of verzorgers – net zoals dat ook op de neonatale care afdeling gebeurde – tips gericht op het specifieke probleem van het kind. Men leert om de behoefte van het kind te herkennen en hoe men passend bij het ontwikkelingsniveau van het kind, het kind kan helpen zich stap voor stap verder te ontwikkelen. Pas wanneer problemen in het motorisch functioneren worden geconstateerd zal de begeleiding meer het karakter van een behandeling krijgen.

 

 

 

Baby stapt met hulp
Baby zit

Peuters met motorische ontwikkelingsvarianten:

Soms gebeurt het dat een peuter wat vastraakt in de motorische ontwikkeling en een extra ‘steuntje’ nodig heeft  om de ontwikkeling wat  te versnellen (zoals poepschuivers  of billenschuivers of kinderen die moeilijk houdingsveranderingen maken.)

Motorische ontwikkeling peuter

Voor iedereen met vragen over motorische ontwikkeling

Ook artsen, ouders en andere diensten kunnen bij ons terecht voor advies over de motorische ontwikkeling van kinderen.

vragen therapeutenn dokters, ouders, driewielers