We gebruiken de term CP om hersenletsels te beschrijven die in de perinatale periode (einde zwangerschap, bij bevalling, tijdens eerste levensjaar) ontstaan zijn en die afwijkingen in de organisatie van houding en beweging kunnen veroorzaken. De oorzaken van het hersenletsel kunnen divers zijn: bv. infectie van de moeder tijdens de zwangerschap, infectie van het kindje, een probleem bij de geboorte, een genetisch probleem, een hersenbloeding…. De oorzaak is dus helemaal niet op het niveau van spieren en gewrichten te vinden, ook al is het hersenletsel vooral zichtbaar in een ‘andere’ houding en ‘andere’ bewegingen.
Wat zijn kenmerken van CP?
Elk kind is uniek en elk kind met CP is dan ook anders.
De diagnose wordt gesteld door een klinisch neuromotoor onderzoek, vaak samen met bijkomende beeldvorming (NMR, echo,....)
Het is een grondige observatie van de motoriek die in eerste instantie de diagnose mogelijke maakt. Er wordt gekeken naar de kwaliteit van de bewegingspatronen van de baby. Het optreden van te stijve of overdreven bewegingen in sommige lichaamsdelen kan een teken zijn. Er wordt ook gekeken of er een asymmetrische ontwikkeling aanwezig is waar bv. slechts één kant van het lichaam gebruikt wordt. Ook de spiertonus wordt grondig geëvalueerd. Die kan te hoog, te laag of sterk wisselend zijn.
Soms kan de diagnose met grote zekerheid zeer vroeg gesteld worden. Ook kan het zijn dat een baby voorbijgaande tekenen van pathologie vertoont. In dat geval zal gedurende de volgende levensmaanden de diagnose bevestigd of ontkracht worden.
Bij kinderen met CP kan de aandoening in meer of in mindere mate uitgebreid zijn. Bij sommige kinderen is het hele lichaam getroffen (quadriparese), bij andere kinderen enkel de beentjes (diparese), of enkel één zijde van het lichaam (hemiparese). Ook de ernst van aantasting kan variëren van zeer mild, matig tot ernstig.